Hema franchisenemers in het gelijk gesteld
De rechtbank in Amsterdam heeft de 95 HEMA franchisenemers woensdag grotendeels in het gelijk gesteld in de verdeling van online kosten.
Het geschil ging over de vraag wie (franchisenemer of hoofdkantoor) welk deel van de kosten voor e-commerce activiteiten op zich moest nemen. Over de verdeling van die uitgaven waren nadere afspraken gemaakt in een vaststellingsovereenkomst – maar die overeenkomst werd door de partijen verschillend geïnterpreteerd. Volgens de rechter mag het hoofdkantoor van de keten niet afwijken van de eerder vastgestelde afspraken.
Eén van die uitgangspunten is dat de zelfstandige ondernemers uitsluitend zouden meebetalen aan investeringen in e-commerce-activiteiten in Nederland en niet in het buitenland. Daarnaast hoeven de franchisenemers alleen bij te dragen aan de operationele kosten van de afdeling e-commerce-distributiecentrum, en uitdrukkelijk niet aan de algemene of overheadkosten van het hoofdkantoor. In de oude overeenkomst hebben beide partijen ook afgesproken de bestaande afspraken rond e-commerce gezamenlijk te zullen evalueren. Het hoofdkantoor bepleitte dat de uitkomst van de evaluatie moest worden afgewacht, voordat er over het verleden kon worden afgerekend. De rechtbank gaat daar niet in mee.
Reactie HEMA
De warenhuisketen reageert als volgt: “HEMA is tevreden dat de e-commerce-facturen die HEMA tot op heden aan de franchisenemers heeft gestuurd volgens deze uitspraak correct zijn. Deze facturen zullen dus ook door alle franchisenemers moeten worden voldaan. Ook heeft de rechtbank bepaald dat HEMA de bijdrage aan e-commerce door franchisenemers op een juiste manier heeft onderbouwd en niet verder hoeft te onderbouwen. HEMA is nog altijd van mening dat de afspraken met haar franchisenemers, die stammen uit 1997 en 2005, moeten worden gemoderniseerd en moeten worden aangepast aan de huidige ontwikkelingen in de winkelsector. De nieuwe afspraken zouden dan moeten worden vastgelegd in een nieuw franchisecontract inclusief een nieuwe opzet voor e-commerce. Daarom sluit HEMA een hoger beroep niet uit. De warenhuisketen ziet echter liever dat er afspraken gemaakt kunnen worden met haar franchisenemers zonder tussenkomst van een rechter of de dreiging daarvan.”
Bron tekst en uitgelichte afbeelding: © ANP