Boekhoorn gaat deel HEMA-winkels verkopen aan franchisenemers

Om warenhuis Hema internationaal te laten groeien, wil de nieuwe eigenaar Marcel Boekhoorn Hema-vestigingen verkopen aan franchisers. In totaal zijn er 545 Hema-winkels in Nederland
waarvan er 261 in handen zijn van zo’n honderd franchisenemers. Ook zou hij de bakkerijen van de Hema willen verkopen om met de opbrengst sneller te kunnen uitbreiden en schulden af te lossen, aldus het Financieele Dagblad, dat zich baseert op bronnen uit de financiële sector. De nieuwe eigenaar kiest hiervoor om zo de buitenlandse expansie te versnellen.
Het FD schrijft dat Boekhoorn van plan is de winkels te verkopen wanneer de overname van de HEMA definitief is. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid in januari 2019 zijn. Volgens de zakenkrant brengt de verkoop van een gemiddelde HEMA-winkel ruim 1 miljoen euro op. Naar verwachting zullen de meest winstgevende winkels in grote steden niet worden verkocht.

Toen de winkelketen nog onder leiding van de Britse investeringsmaatschappij Lion Capital stond, was HEMA verwikkeld in een hevige strijd met franchisenemers. Volgens Lion Capital blokkeerden de franchisenemers het verkoopproces van deze filialen. De afspraken tussen HEMA en franchisenemers van het concern waren een breekpunt bij een overnamepoging
van de Belgische investeringsmaatschappij Core Capital.

Met de overname van de Nijmegenaar Boekhoorn is een einde gekomen aan dit conflict. Hij heeft nieuwe afspraken gemaakt over de verdeling van de inkomsten uit internetverkopen. Daarbij gaat de nieuwe HEMA-eigenaar een deel van de miljoenen vergoeden waar de franchisers recht op menen te hebben.

Column Jeroen Sterk van Ludwig & Van Dam:

Verkoop franchise-onderneming vanwege concurrentiebeding: Schijnconstructie of niet?

Franchisenemers die niet door willen of kunnen met de franchise-onderneming ervaren het al dan niet geldige concurrentiebeding als blok aan het been. Zelf doorgaan zonder franchise is dan risicovol. Geldt het beding nu wel of niet? De uitkomst van een kostbare procedure is niet zelden onzeker. Een oplossing kan dan zijn de onderneming formule-vreemd te verkopen aan een ander die zonder samenwerking met de franchisegever dezelfde activiteiten voorzet. Recentelijk hebben het Hof Arnhem (ECLI:NL:GHARL:2018:3128) en de Rechtbank Overijssel (ECLI:NL:RBOVE:2018:3489) zich uitgelaten over de vraag of die verkoop als schijnconstructie moet worden aangemerkt ter ontduiking van het concurrentiebeding.

In het geval van een Bruna ondernemer werd overtreding van het concurrentiebeding wel aangenomen omdat na de verkoop nog steeds sprake was van “betrokkenheid” bij de opvolgende onderneming. In het geval van de pellet-kachel-formule JustFire werd overwogen dat het enkele feit dat de ex-levenspartner met wie de ex-franchisenemer nog steeds contact had, maar de verkoop van kachels geheel voor eigen risico en rekening voortzette, nog niet maakte dat sprake zou zijn van een schijnconstructie. Oftewel er werd geen betrokkenheid  bij de opvolgend onderneming aangenomen. Die betrokkenheid is dus de beoordelingsmaatstaf.

Agentuur

In het laatste geval werd overigens eveneens overwogen dat bij een vordering tot nakoming van het concurrentiebeding ook mee kan wegen dat de franchisegever het initiatief tot de beëindiging neemt. De ex-franchisenemer van JustFire zag zich namelijk geconfronteerd met een nogal abrupte ontbinding.
Tenslotte overweegt de Rechtbank Overijssel dat het bemiddelen in de verkoop van kachels voorshands tevens valt aan te merken als agentuur. In tegenstelling tot franchise, is agentuur een wel in de wet benoemde overeenkomst. Hiervoor gelden zowel regels voor beëindiging alswel het concurrentiebeding. Dat beding komt namelijk te vervallen bij onregelmatige beëindiging door de franchisegever/principaal.

Formule vreemde verkoop van de franchise-onderneming is aldus een serieuze optie bij beëindiging van de franchiseovereenkomst.

Mr. Jeroen Sterk, Ludwig & Van Dam

Bron: Franchise+