Nieuwe update wetsvoorstel franchise

Op 5 november plaatsten wij een update over het wetsvoorstel franchise. Er zijn nu weer nieuwe ontwikkelingen die wij graag met u delen.
Inmiddels heeft de Raad van State positief geoordeeld over het wetsvoorstel en is het voorstel door Mona Keijzer en Sander Dekker naar de Tweede Kamer gestuurd. Mona Keijzer is staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Sander Dekker is minister voor rechtsbescherming.

Totstandkoming nieuwe wetsvoorstel

Dit nieuwe wetsvoorstel is tot stand gekomen om de verhoudingen tussen franchisegever en franchisenemer zoveel mogelijk gelijk te krijgen. De wet moet er onder andere voor zorgen dat het sluiten van een franchiseovereenkomst transparanter wordt, en dat er een betere informatieoverdracht gaat plaatsvinden. Zodra er meer duidelijkheid komt over het wetsvoorstel, zullen wij u uiteraard verder informeren.Meer informatie over deze ontwikkeling en wat het belang is voor franchisenemers, leest u in het artikel van Retailnews.

Domino’s: “Geen sprake van breuk met franchisenemers”

Franchiseformule Domino’s is ervan overtuigd dat het conflict met zijn franchisenemers door onderling overleg is op te lossen. “Van een breuk of ondernemers die willen vertrekken is geen sprake“, zegt CEO Misja Vroom tegen RetailTrends. “Er zijn juist genoeg ondernemers die hebben aangegeven te willen groeien.

Retailnews schreef een artikel over deze situatie. Het volledige artikel lees je hier.

Status wetsvoorstel franchise

Hoe staat het er voor met het wetsvoorstel franchise? Het wetsvoorstel is 17 juli jl. ingediend bij de Raad van State en momenteel buigt de afdeling Advisering van de Raad van State zich hierover. Dat meldt de nfv.

De Nationale Franchisegids plaatste een update. Lees het hele artikel hier!

Nieuwe franchise wetgeving zorgt voor woedende winkelketens

Op 12 juli 2019 heeft staatssecretaris Mona Keijzer het nieuwe franchise wetsvoorstel naar de Raad van State gestuurd. De nieuwe wetgeving is in het leven geroepen om de verhouding tussen franchisegever en franchisenemer zoveel mogelijk gelijk te krijgen. Het is dus voor beide partijen belangrijk om hierover goed geïnformeerd te zijn.

Maar wat vinden de grote winkelketens van dit wetsvoorstel? U leest het in dit artikel van de Volkskrant.

Wilt u als franchisenemer weten wat de nieuwe wet voor u betekent? Blijf goed geïnformeerd en meld u kosteloos aan bij onze belangenvereniging.

Belangrijk! Geef uw steun.

Geef uw steun aan het concept wetsvoorstel franchise!

Op 1 januari 2019 plaatsten wij de hoofdlijnen van het tweede ambtelijk concept wetsvoorstel van de Wet Franchise. Dit kunt u eenvoudig nazien op onze website. Het concept wetsvoorstel zal forse impact hebben op de verhouding tussen de franchisegever en de (aspirant) franchisenemer en beoogt te komen tot een meer gelijkwaardige relatie. Het is daarom ook van het grootste belang dat u uw steun uitspreekt voor het voorliggende wetsvoorstel. De wetstekst en de zogenaamde Memorie van Toelichting (MvT) kunt u hier teruglezen.

Uiteraard zal de BVFN een inhoudelijke reactie op het wetsvoorstel geven die we samen zullen opstellen met onze juridische adviseur Ludwig & van Dam Advocaten welke ook op onze website zal worden geplaatst. Op hoofdlijnen worden nu in deze (concept)wet geregeld:

  • Afkoelingsperiode en informatieplicht vóór aangaan franchiseovereenkomst

De franchisegever moet straks alle mogelijk relevante informatie aan de aspirant franchisenemer mededelen. Niet alleen de te sluiten franchiseovereenkomst, maar ook de financiële gegevens van de locatie en de te verrichten investeringen.
     

  • Zorgplicht: Bijstand en overleg gedurende de franchiseovereenkomst

De franchisegever is verplicht om aan de franchisenemer bijstand alsmede de commerciële en technische ondersteuning te verschaffen.

  • Tussentijdse wijzigingen: Instemming bij aanzienlijke wijzigingen franchiseovereenkomst;

Bij majeure wijzigingen van de formule of de franchiseovereenkomst is instemming van (twee-derde van het vertegenwoordigingsorgaan van) de franchisenemer vereist.

  • Beëindiging: Goodwill-vergoeding bij einde franchiseovereenkomst;

De franchiseovereenkomst dient een regeling over goodwill voor de franchisenemer te bevatten.

Wat verwachten wij van u?

Wij roepen u op om uiterlijk op 31 januari uw reactie te plaatsen via bovenstaande link. Uw reactie komt openbaar op de website te staan; u kunt anoniem reageren maar liever reageert u met uw eigen naam en/of bedrijfsnaam. Een anonieme reactie komt wel binnen bij de overheid. Uw tekst mag maximaal 2500 tekens bevatten.

We Care wetsvoorstel nieuwe wet franchise

Belangrijke aandachtspunten en suggesties:

Belangrijk is om in uw reactie de noodzaak van wetgeving te onderstrepen en wellicht een persoonlijk voorbeeld te geven van een misstand welke door deze wetgeving in de toekomst wordt uitgesloten. Meer specifiek van belang is onder meer het verder benoemen of specificeren van:

  • De onafhankelijkheid van het vertegenwoordigend orgaan van franchisenemers.
  • Het goed franchisegeverschap.
  • De toetsbare correctheid van de gegeven informatie van de franchisegever.
  • De hoogte of de berekeningsmethode van de goodwill bij einde van de franchiserelatie.
  • De onwenselijkheid van een non-concurrentiebeding bij einde van de franchiseovereenkomst.
  • Aanzienlijke gevolgen dienen nader gespecificeerd of geduid te worden.
  • De noodzaak van een eenvoudige bindende geschillenbeslechting of rechtsgang.

Hoe kunt u gemakkelijk reageren:


Ga voor uiterlijk 31 januari naar deze overheidssite  om te reageren*. U treft daar het wetsvoorstel en de memorie van de toelichting aan.

Zorg dat u bij de juiste consultatie bent. Vervolgens gaat u door een aantal stappen, waar u:
– in een veld onder ‘vraag’ aangeeft dat u positief bent ten aanzien van het wetsvoorstel, doch ook enige kanttekeningen welke u kunt toelichten.
– minimaal uw e-mailadres, voorletters, achternaam en woon- of vestigingsplaats invult en eventueel uw bedrijfsnaam of formulenaam.
– aangeeft of u wilt dat uw reactie openbaar gemaakt mag worden of niet. Indien u dat niet wilt, geef dan de reden aan in het veld genoemd onder punt 1.

  1. Na het invullen van uw reactie ontvangt u een direct daarna een e-mail waarin u uw reactie dient te bevestigen. Vergeet dit niet te doen, anders gaat uw reactie verloren!
  2. Stuurt u a.u.b. een kopie van uw reactie naar info@bvfn.nl na afronding van uw reactie, Uiteraard gaan wij hier vertrouwelijk mee om.

Dat de franchiserelatie wettelijk wordt geregeld is een belangrijke stap. Het is nu van belang het voorstel zo aan te passen dat de belangen van de franchisenemer optimaal worden geborgd.

Wij rekenen op uw medewerking!

Het bestuur van de BVFN.

Wilt u meer weten, neem dan contact op met de BVFN

*reageren kan niet meer. De einddatum van consultatie was 31-01-2019

Hoofdlijnen concept wetsvoorstel franchise d.d. 12 december 2018

Op 12 december 2018 is een tweede ambtelijk concept wetsvoorstel van de Wet Franchise gepresenteerd. Een eerder concept wetsvoorstel, dat op 12 april 2017 gepubliceerd was, lijkt daarmee vervangen. De hoofdlijnen van het concept wetsvoorstel d.d. 12 december 2018 zijn de volgende:

Precontractuele fase: 

Afkoelingsperiode en informatieplicht bij aangaan franchiseovereenkomst

Minstens vier weken voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst (of daarmee onlosmakelijk verbonden overeenkomst) dient de franchisegever alle mogelijk relevante informatie aan de aspirant franchisenemer mededelen. Binnen vorenbedoelde termijn van vier weken mag de voorgestelde samenwerking niet gewijzigd worden.Onder deze informatieplicht van de franchisegever valt niet alleen het verschaffen van de te sluiten franchiseovereenkomst, maar bijvoorbeeld ook de financiële gegevens met betrekking tot de beoogde locatie van de franchiseonderneming en de door de aspirant franchisenemer te verrichten investeringen.

Zorgplicht:

Bijstand en overleg gedurende de franchiseovereenkomst
De franchisegever is verplicht om aan de franchisenemer bijstand alsmede de commerciële en technische ondersteuning te verschaffen. Ter zake door de franchisegever opgedragen verplichte inkoop geldt dat de inkoopvoorwaarden marktconform dienen te zijn. Tussen franchisegever en franchisenemer dient minstens eenmaal per jaar overleg gevoerd te worden over de samenwerking.

Tussentijdse wijzigingen:

Instemming bij aanzienlijke wijzigingen franchiseovereenkomst
Na aanvang van de franchiseovereenkomst mogen aanzienlijke wijzigingen in de franchiseovereenkomst alleen met instemming van (tweederde van het vertegenwoordigingsorgaan van) de franchisenemer worden doorgevoerd. Ook als de franchisegever een formule gaat exploiteren, die geheel of grotendeels overeenkomt met de franchiseformule die de franchisenemers exploiteren, is instemming zijdens de franchisenemers vereist.

Beëindiging:

Goodwill-vergoeding bij einde franchiseovereenkomst
De franchiseovereenkomst dient een regeling over goodwill voor de franchisenemer te bevatten.

Overgangsregeling
Het eerste concept wetsvoorstel bepaalde dat de werking van de regering ingaat voor nieuw te sluiten franchiseovereenkomsten en voor bestaande franchiseovereenkomsten vijf jaar na invoering van de wet. Het tweede concept wetsvoorstel geeft hierover (nog) geen termijn.

Conclusie
Het concept wetsvoorstel zal forse impact hebben op de verhouding tussen de franchisegever en de (aspirant) franchisenemer.
Wilt u meer weten, neem dan contact op met info@bvfn.nl.  

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.

Geen franchiseovereenkomst ondanks benaming

Geen franchiseovereenkomst, ondanks de benaming d.d. 13 december 2018

Niet alles is wat het lijkt. Zelfs als franchisegever en franchisenemer menen dat er sprake is van een franchiseovereenkomst, kan dat juridisch toch anders liggen. De gevolgen kunnen dan zeer vergaand zijn. Vooralsnog is de franchiseovereenkomst niet in de wet geregeld.

Alhoewel franchiseovereenkomsten volgens de literatuur en rechtspraak bepaalde kenmerken hebben, geldt dat die kenmerken soms ook gelden voor andere soorten overeenkomsten die wel in de wet geregeld zijn. Die wettelijke regels zullen dan van toepassing zijn op de verhouding tussen de partijen. Weliswaar kan op de overeenkomst “franchiseovereenkomst” staan, maar dat geldt dus niet zonder meer. Het gaat om de daadwerkelijke verhouding tussen partijen en niet alleen de titel van het ondertekende stuk.

Zo zijn gevallen bekend waarin partijen een overeenkomst sloten die zij franchiseovereenkomst noemden, maar waarvan de rechter oordeelde dat er eigenlijk sprake was van een arbeidsovereenkomst of overeenkomst van agentuur. De rij-instructeur, ijsverkoper en fysiotherapeut bleken achteraf bezien een arbeidsovereenkomst te hebben. De kachelverkoper bleek uiteindelijk slechts te bemiddelen in de verkoop van kachels ten gunste van de “franchisegever”/leverancier en was daarmee handelsagent. Bij de arbeidsovereenkomst en de overeenkomst van agentuur gelden strenge wettelijke regels, waar ook in een overeenkomst niet van afgeweken kan worden.

Beëindiging

Zo is beëindiging van een agentuur-overeenkomst aan wettelijke regels gebonden en kan deze niet zonder rechterlijke tussenkomst worden ontbonden. Voorts kan de “franchisenemer” in voorkomende gevallen aanspraak maken op een goodwill-vergoeding bij beëindiging van de samenwerking. Tevens gelden wettelijke beperkingen ter zake concurrentiebedingen.
Van een arbeidsovereenkomst kan sprake zijn als de “franchisenemer” verplicht is alle werkzaamheden zelf uit te voeren en de “franchisegever” steeds instructies geeft over de wijze waarop en wanneer het werk uitgevoerd moet worden. Een arbeidsovereenkomst kan niet zomaar beëindigd worden. Dat betekent onder andere dat de “franchisenemer” recht op gebruikelijk, althans tenminste minimumloon heeft. Met name in geval van een diensten-franchise uitgevoerd door één zzp’er ligt het risico van een arbeidsovereenkomst op de loer.
Weet u zeker dat u een franchiseovereenkomst gesloten heeft? Het loont in twijfelgevallen de moeite dit te laten toetsen of ter toetsing voor te leggen aan de belastingdienst.

Door Mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn   – franchiseadvocaten

Boekhoorn gaat deel HEMA-winkels verkopen aan franchisenemers

Om warenhuis Hema internationaal te laten groeien, wil de nieuwe eigenaar Marcel Boekhoorn Hema-vestigingen verkopen aan franchisers. In totaal zijn er 545 Hema-winkels in Nederland
waarvan er 261 in handen zijn van zo’n honderd franchisenemers. Ook zou hij de bakkerijen van de Hema willen verkopen om met de opbrengst sneller te kunnen uitbreiden en schulden af te lossen, aldus het Financieele Dagblad, dat zich baseert op bronnen uit de financiële sector. De nieuwe eigenaar kiest hiervoor om zo de buitenlandse expansie te versnellen.
Het FD schrijft dat Boekhoorn van plan is de winkels te verkopen wanneer de overname van de HEMA definitief is. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid in januari 2019 zijn. Volgens de zakenkrant brengt de verkoop van een gemiddelde HEMA-winkel ruim 1 miljoen euro op. Naar verwachting zullen de meest winstgevende winkels in grote steden niet worden verkocht.

Toen de winkelketen nog onder leiding van de Britse investeringsmaatschappij Lion Capital stond, was HEMA verwikkeld in een hevige strijd met franchisenemers. Volgens Lion Capital blokkeerden de franchisenemers het verkoopproces van deze filialen. De afspraken tussen HEMA en franchisenemers van het concern waren een breekpunt bij een overnamepoging
van de Belgische investeringsmaatschappij Core Capital.

Met de overname van de Nijmegenaar Boekhoorn is een einde gekomen aan dit conflict. Hij heeft nieuwe afspraken gemaakt over de verdeling van de inkomsten uit internetverkopen. Daarbij gaat de nieuwe HEMA-eigenaar een deel van de miljoenen vergoeden waar de franchisers recht op menen te hebben.

Hema franchisenemers in het gelijk gesteld

De rechtbank in Amsterdam heeft de 95 HEMA franchisenemers woensdag grotendeels in het gelijk gesteld in de verdeling van online kosten. 

Het geschil ging over de vraag wie (franchisenemer of hoofdkantoor) welk deel van de kosten voor e-commerce activiteiten op zich moest nemen. Over de verdeling van die uitgaven waren nadere afspraken gemaakt in een vaststellingsovereenkomst – maar die overeenkomst werd door de partijen verschillend geïnterpreteerd. Volgens de rechter mag het hoofdkantoor van de keten niet afwijken van de eerder vastgestelde afspraken.

Eén van die uitgangspunten is dat de zelfstandige ondernemers uitsluitend zouden meebetalen aan investeringen in e-commerce-activiteiten in Nederland en niet in het buitenland. Daarnaast hoeven de franchisenemers alleen bij te dragen aan de operationele kosten van de afdeling e-commerce-distributiecentrum, en uitdrukkelijk niet aan de algemene of overheadkosten van het hoofdkantoor. In de oude overeenkomst hebben beide partijen ook afgesproken de bestaande afspraken rond e-commerce gezamenlijk te zullen evalueren. Het hoofdkantoor bepleitte dat de uitkomst van de evaluatie moest worden afgewacht, voordat er over het verleden kon worden afgerekend. De rechtbank gaat daar niet in mee.

Reactie HEMA

De warenhuisketen reageert als volgt: “HEMA is tevreden dat de e-commerce-facturen die HEMA tot op heden aan de franchisenemers heeft gestuurd volgens deze uitspraak correct zijn. Deze facturen zullen dus ook door alle franchisenemers moeten worden voldaan. Ook heeft de rechtbank bepaald dat HEMA de bijdrage aan e-commerce door franchisenemers op een juiste manier heeft onderbouwd en niet verder hoeft te onderbouwen. HEMA is nog altijd van mening dat de afspraken met haar franchisenemers, die stammen uit 1997 en 2005, moeten worden gemoderniseerd en moeten worden aangepast aan de huidige ontwikkelingen in de winkelsector. De nieuwe afspraken zouden dan moeten worden vastgelegd in een nieuw franchisecontract inclusief een nieuwe opzet voor e-commerce. Daarom sluit HEMA een hoger beroep niet uit. De warenhuisketen ziet echter liever dat er afspraken gemaakt kunnen worden met haar franchisenemers zonder tussenkomst van een rechter of de dreiging daarvan.”

Bron tekst en uitgelichte afbeelding: © ANP

Vakcentrum

Wetgeving noodzakelijk

De franchisenemers in Nederland zijn met een omzet van 53,5 miljard euro, 331.800 medewerkers en met 33.000 vestigingen een uiterst belangrijke factor in de Nederlandse economie. Dat beschrijft onderzoeksbureau Panteia in haar analyse ‘De economische impact van franchisenemers’. Het onderzoek werd verricht in opdracht van BOVAG en het Vakcentrum ten behoeve van het Franchisenemers Netwerk Nederland (FNN). Ook blijkt uit het rapport dat de economische impact van franchisenemers in Nederland kleiner is dan in landen waar de positie van franchisenemers wel is beschermd.

Het rapport onderschrijft het belang om deze groep ondernemers een betere positie te geven in hun relatie tot franchisegevers. Naast de economische meerwaarde blijken franchisenemers ook van groot belang voor de lokale economie en leefbaarheid, zo stelt Panteia. Vandaag is het rapport aangeboden aan de Vaste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat.

In Nederland zijn er zo’n 1.000 franchiseformules actief. De gezamenlijke franchise-omzet is met bijna 23 miljard het grootst in de automotive branche. Franchise-supermarkten zijn goed voor een omzet van ruim 13 miljard. Zowel in de supermarktbranche als in de automotive zijn franchisenemers verantwoordelijk voor ruim een derde van de brancheomzet. Qua aantal werkzame personen wordt de lijst aangevoerd door de supermarkten. De franchisenemers van de supermarktformules geven werk aan ruim 110.000 medewerkers. Bovendien vormen zij vaak de trekker in winkel- en dorpscentra waar ook andere winkels en de horeca van profiteren.

Veelal kleinschalige bedrijven

Hoewel de gezamenlijke franchisenemers in totaal veel omzet en werkgelegenheid realiseren zijn die individuele franchisenemers kleinschalige MKB-ondernemingen, zo stelt Panteia. In veel sectoren is het gemiddelde aantal werkzame personen per franchisenemer slechts 3. De supermarktbedrijven zijn met gemiddeld 56 werkzame personen de grootste werkgevers. Panteia tekent daarbij aan dat het hierbij ook om veel parttimers gaat.

Ook grote maatschappelijke meerwaarde

Naast de economische impact wijst Panteia ook op de maatschappelijke meerwaarde van franchisenemers. Door hun, relatieve zelfstandigheid kunnen franchisenemers goed inspelen op lokale omstandigheden. Zo nemen franchisenemers relatief veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan en zorgen zij voor veel BOL- en BBL-stageplekken voor leerlingen van het MBO. Daarnaast noemt Panteia sponsoring van lokale goede doelen en sportactiviteiten, het nadrukkelijk samenwerken met lokale leveranciers en het organiseren van lokale activiteiten voor de omgeving, zoals een braderie of het sinterklaasfeest.

Vakcentrum blij met initiatief staatssecretaris

Het Vakcentrum is blij met de toezegging van staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat. Zij gaf vorige week in een overleg met de vaste Kamercommissie van Economische Zaken en Klimaat aan te komen met regelgeving om een einde te maken aan de machtsongelijkheid tussen franchisenemers en franchisegevers. Op dit moment is er sprake van een grote machtsongelijkheid tussen franchisenemers en franchisegevers. Vakcentrum en FNN rekenen er dan ook op dat de nieuwe regelgeving de Nederlandse Franchise Code (NFC) wettelijk verankert, in ieder geval alle voor de franchisenemers beschermende maatregelen.

Stringente regelgeving draagt ook bij aan het economisch functioneren, zo blijkt uit onderzoek. De economische impact van franchisenemers in Nederland is bijna 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Daarmee scoort Nederland aanmerkelijk lager dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten waar franchisenemers 7,4% bijdragen aan het BBP. In Australië is het percentage van de franchiseomzet 10,8% van het BBP. Dit zijn landen waar sprake is van stringente regulering op het gebied van franchising.

Bron: www.vakcentrum.nl